Kook de rijst zoals aangegeven is op de verpakking.
Doe de trassi, een eetlepel olie, de laos, de ketoembar, de djahé, de rode peper en de koenjit samen met de ui, de gember en de knoflook in een keukenmachine. Maal alles fijn tot een boemboe. Als je van pittig houdt, dan moet je de pitjes in de peper laten zitten, wil je iets minder heet, dan kun je beter de pitjes eerst even uit de peper halen.
De boemboe doe je in een wok waarin je de rest van de olie verhit hebt. Laat het goed doorwarmen tot het veel geur af gaat geven. Dan voeg je de blokjes kipfilet toe en dit bak je lichtbruin en gaar. Vervolgens voeg je de ketjap en de heel fijngesneden wortels, prei en de spitskool toe. Dit fijnsnijden kun je eventueel ook door de keukenmachine laten doen.
Dit geheel laat je bakken en garen, waarbij je het regelmatig even om moet scheppen. Pas als alles gaar is voeg je de taugé nog toe om het maximaal een minuut of 2 mee te garen. Ondertussen kun je de eieren bakken en die als spiegelei of omelet (met melk) bovenop de nasi goreng leggen ter garnering.