Tonkatsu

Neem je varkensvlees en verwijder overbodige stukken vlees. Snij de plakken een beetje in om vervorming van het vlees gedurende het frituren te voorkomen.

Sla je je vlees met een vleesvermalser of vleeshamer. Een vleeshamer maakt je stukje vlees niet alleen groter maar maakt het ook een stuk malser. Druk je vlees daarna terug in de originele vorm.

Breng je varken op smaak met peper en zout. Voeg daarna je ei toe aan een diep bord met daarbij een scheurtje olie. In een ander diep bord leg je een laagje bloem. In een derde bord leg je een laag panko.

Dip allereerst je vlees in de bloem, daarna in de ei en als laatste in de panko. Druk de panko goed aan zodat het goed blijft plakken. Doe dit met al je stukken varkensvlees.

Zet een wok op het vuur en voeg hieraan flink wat olie aan toe. Verhit de olie tot 180 graden. Wanneer je geen thermometer hebt kun je de warme van het olie controleren met een stukje panko. Laat deze in de olie vallen en kijk wat er gebeurd. Zakt hij naar de bodem dan is je olie te koud, blijft hij in het midden hangen en begint dan te drijven dan is je olie goed. Begint hij direct te knetteren en drijven dan is je olie te warm. Laat tijdens het verdere koken je olie niet te hoog komen.

We gaan nu beginnen met het bakken van de Tonkatsu. Controleer of je olie op de juiste temperatuur is en voeg een een stukje gepaneerd vlees toe. Bak aan beide kanten voor 1 minuut en haal daarna weer uit de olie. Hou de tonkatsu op zijn zij om ervoor te zorgen dat hij niet aan één kan sompig wordt. Zet het bijvoorbeeld op een stukje keukenpapier. Laat het even rusten voor ongeveer 4 minuten. De warmte zorgt ervoor dat het vlees door gaart zonder dat je buitenkant te knapperig wordt. Na de 4 minuten bak je het overnieuw voor ongeveer 30 seconden per kant.

Snij in 3 of 4 dikke stroken en serveer direct met je saus. Serveer met dun gesneden kool of Chinese kool voor een echte Japanse ervaring!